Een van mijn favoriete 'vaste' schrijvers is Franco Faggiani. Al vanaf de eerste bladzijde die ik van zijn eerste roman Tussen twee werelden vertaalde, sloeg de vonk over. Zijn taalgebruik, zijn zorgvuldige beschrijvingen en de sfeer die hij opriep spraken me meteen aan.
En dat is nog steeds zo.
Inmiddels heb ik ook al Faggiani's daaropvolgende romans vertaald en hebben we regelmatig contact. Ik vond het dan ook extra leuk dat Het jaar waarin Shizo Kanakuri verdween in januari 2020 werd uitgeroepen tot Boek van de Maand bij DWDD. Meer daarover lees je hieronder in het blogstuk dat ik voor uitgeverij Signatuur heb geschreven.
Het fijne van een 'vaste' auteur, van wie je als vertaler dus elk nieuwe boek mag vertalen, is dat je je zijn schrijfstijl langzaam maar zeker helemaal eigen maakt. Als je net aan een vertaling begint, moet je er altijd even inkomen: elke schrijver heeft zo zijn eigen taalgebruik, grammaticale voorkeuren, eigenaardigheden, sfeer en signatuur. Inmiddels heb ik meerdere vaste auteurs en dan merk ik altijd dat die eerste verkenningsfase steeds korter wordt of soms zelfs helemaal afwezig is. Alsof je een oude vriend ontmoet en de draad weer oppakt alsof je elkaar gisteren nog gezien hebt. Vertrouwd, warm en volkomen natuurlijk.
Het begon allemaal met Tussen twee werelden. Een prachtig, ontroerend verhaal met autobiografische elementen, over de vijftigjare Leo, die zich ontheemd voelt na de dood van zijn vrouw Chiara. Samen met zijn autistische stiefzoon, Martino, gooit hij het roer om en verhuist van de drukke stad naar een afgelegen huis in de bergen. Het trage, eenvoudige leven bevalt hen prima en de band tussen hen groeit naar ongekende hoogten.
Als je zo intens met een tekst bezig bent, raak je vaak gehecht aan de hoofdpersonen, vooral als een boek heel goed geschreven is. Ik wist toen nog niet dat ik de personages uit deze eerste roman niet voorgoed hoefde te missen. Dat zou later blijken. Eerst kreeg ik de opdracht om Faggiani's tweede roman te vertalen: Het jaar dat Shizo Kanakuri verdween.
Meteen toen ik begon te lezen, raakte ik in de ban van het verhaal. Ook hier weer zijn Faggiani's sfeerbeschrijvingen weergaloos: het is moeilijk voor te stellen dat hij zelf nog nooit in Japan is geweest, waar een groot deel van dit boek zich afspeelt. Het verhaal is gebaseerd op een ongelofelijk, maar waargebeurd feit:
Een marathonloper heeft bij de Olympische Spelen in Stockholm in 1912 een eindtijd van ruim 54 jaar achter zijn naam staan. Faggiani heeft dit intrigerende gegeven verweven met een deels verzonnen verhaallijn en heeft dat gedaan met prachtig, poëtisch taalgebruik dat een feest was om te vertalen. Het bleef niet onopgemerkt: het boek werd, zoals gezegd, door het boekenpanel van DWDD uitgeroepen tot Boek van de Maand januari 2020 en mede daardoor kwam er binnen de kortste keren een herdruk. Onder aan deze pagina kun je er meer over lezen en zien. In 2024 is deze roman opnieuw uitgegeven als Rainbow-pocket.
Ik was nauwelijks bijgekomen van alle commotie rondom het veelgeprezen boek, toen ik in maart op het vliegtuig naar Nederland stapte voor de voorbereidingen van een literair project.
Het was de bedoeling dat ik zes dagen in Nederland zou blijven, maar op dat moment barstte de coronacrisis los en stond de wereld op z'n kop. Italië ging in lockdown, dus een terugvlucht naar mijn woonplaats op Sardinië zat er voorlopig niet in: de zes dagen Nederland werden noodgedwongen zestig dagen. Intussen had ik contact met Faggiani, die vertelde dat hij tijdens de lockdown een extra 'corona'-hoofdstuk aan het schrijven was als aanvulling op zijn eerste roman.
De personages uit het Tussen twee werelden waren tijdelijk terug en hielden me als oude vrienden gezelschap terwijl ik nog in Nederland was. Nadat ik het hoofdstuk had vertaald, werd door uitgeverij Signatuur gratis als e-boek aangeboden aan de lezers en kreeg als titel De komst van een vreemde lente.
Eenmaal terug op Sardinië heb ik ook Faggiani's derde roman, De jongen die met wolken speelde, vertaald. Opnieuw een bijzonder verhaal met ook nu weer een waargebeurd feit als basisgegeven: de grootschalige kunstroof tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarbij kostbare Italiaanse kunstschatten naar nazi-Duitsland werden vervoerd.
Ook nu laat de schrijver zich weer van zijn beste kant zien: het fascinerende historische gegeven wordt in een fictief jasje gegoten, met opnieuw zeer geloofwaardige, goed uitgewerkte en beminnelijke personages, en een extra hoofdrol voor het veelzijdige landschap van Italië. Hieronder lees je er meer over.
Ook dit boek kreeg weer een leuk staartje: eind maart 2021 organiseerde de uitgever, Signatuur, een leesclubsessie over deze roman. Lezers konden zowel aan Franco als aan mij vragen stellen, wat leidde tot een interessant en inspirerend gesprek.
Zo kwamen we erachter dat de twee hoofdpersonen uit het boek, de jonge, streetwise Quintino en de oudere, serieuze professor, eigenlijk allebei geïnspireerd zijn op Faggiani zelf: het straatschoffie uit Rome dat hij zelf ooit was, en de oudere, wijzere man die hij nu geworden is. Ook hoorden we dat de Italiaanse titel op het allerlaatste moment gewijzigd is, omdat de Italiaanse boekhandelaren dachten dat De jongen die met wolken speelden thuishoorde op de afdeling kinderboeken. Vlak voordat het boek naar de drukker ging, is de Italiaanse titel Non esistono posti lontani ('Er bestaan geen verre oorden') geworden.
Toen de lezers tijdens de bijeenkomst gevraagd werd het boek in één woord te omschrijven, luidde het antwoord onder andere: 'ontroerend', 'avontuurlijk' en 'innemend'.
In de zomer van 2021 heeft Faggiani roman nummer vier afgerond, die ik in het najaar heb vertaald en die sinds januari 2022 in Nederland in de boekhandel ligt. Ook dit is weer een heerlijk meeslepend verhaal geworden: Soms zou ik de wind willen zijn.
Opnieuw heeft Faggiani een waargebeurd feit als uitgangspunt genomen: ditmaal de aardbevingen waardoor Midden-Italië in de zomer van 2016 werd opgeschrikt. De hoofdpersoon van het boek is Francesca Capodiferro, de commandant van een brandweerteam dat in het getroffen gebied aan de slag gaat om mensen onder het puin vandaan te halen. Uiteraard spelen ook nu de bergen en de ruige natuur een grote rol.
In februari 2023 is er opnieuw een prachtige roman van Faggiani uitgekomen, Het licht van de lente, die gek genoeg eerder in Nederland dan in Italië in de winkels lag! Zoals we inmiddels van Faggiani gewend zijn, wordt het verhaal ook deze keer verteld vanuit een echt bestaand historisch gegeven:
in dit geval gaan we iets verder terug in de tijd, naar het begin van de vorige eeuw, ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. In de bergen van Noord-Italië verzamelt de jonge Giacomo Cordero het haar van (vooral) vrouwen en meisjes, zodat daar pruiken van gemaakt kunnen worden. Dit onbekende beroep van caviè bestond in die tijd echt, en Faggiani heeft het uitgewerkt tot een fascinerend verhaal. Natuurlijk ontbreken de prachtige landschapsbeschrijvingen ook in dit boek niet. Onder het kopje Recensies vind je een filmpje waarin Franco zelf iets vertelt over dit intrigerende nieuwe boek.
Intussen krijgt Franco Faggiani de nodige, welverdiende aandacht in de Nederlandse pers en heeft hij een groot vast lezerspubliek. Hieronder vind je een deel van de besprekingen van zijn boeken. Onder het kopje Recensies staan er nog meer.